Gepubliceerd: 10 maart 2020, laatste update: 27 januari 2021
Op deze pagina staan de laatste updates over de ontwikkelingen en adviezen m.b.t. COVID-19.
Standpunt ‘Vaccinatie tegen COVID-19 rondom zwangerschap en kraambed’
De multidisciplinaire werkgroep ‘COVID-19 en Zwangerschap’ heeft vandaag het Standpunt ‘Vaccinatie tegen COVID-19 rondom zwangerschap en kraambed’ gepubliceerd. De werkgroep adviseert gezonde zwangere vrouwen niet routinematig te vaccineren. Er zijn twee groepen die hierop een uitzondering vormen.
Nethoss update 21-01-21
Per 1 maart 2020 is NethOSS gestart met de registratie van COVID-19 positieve zwangeren in Nederland. We willen de 1e lijn, 2e lijn en kraamzorg vragen om alle SARS-CoV-2 positieve vrouwen (tot 42 dagen post-partum) bij ons te melden. Casus kunnen op twee manieren gemeld worden:
1. via een contactpersoon die in elk ziekenhuis is aangesteld
2. door een mail te sturen aan info@nethoss-perined.nl
Als er een melding gedaan is, wordt een NethOSS ID (registratienummer aangemaakt) en ontvangt de melder een link naar een online case report form met aanvullende vragen. Eerder verliep de registratie alleen via de tweede lijn, maar vanwege het grote aantal meldingen vanuit de eerste lijn tijdens deze tweede golf, willen we de verloskundigen uit de 1e lijn vragen om direct contact met ons opnemen om een NethOSS ID (registratienummer) en link naar de vragenlijst te ontvangen.
Aangezien er via de NethOSS wekelijks geregistreerd wordt, lopen we iets achter op de actuele situatie. De onderstaande resultaten zijn een samenvatting van de informatie die we tot nu toe ontvangen hebben.
Tot 21-1-2021 zijn in totaal 5460 meldingen gedaan van zwangeren met een bewezen COVID-19 infectie. Grafiek 1 en Grafiek 2 geven een overzicht van het type meldingen en een overzicht per week. Grafiek 3 geeft een overzicht van het aantal meldingen per provincie.
Van de 5460 meldingen, hebben we van 4634 casus aanvullende informatie ontvangen.
Zwangerschap:
Van deze
binnengekomen casus zijn 3731 vrouwen
nog zwanger. Er is één maternale sterfte geweest ten gevolge van covid-19. Er heeft
vier keer een intra-uteriene vruchtdood plaatsgevonden bij vrouwen die eerder een
covid-19 infectie doormaakte, of er een verband is met de infectie is nog niet
duidelijk. Bij drie vrouwen waren kweken post-partum van placenta en
vruchtwater negatief voor SARS-CoV-2. Achtentwintig vrouwen hebben opgenomen
gelegen op de intensive care en 22 op de obstetrische ‘high care’. In
totaal hebben nu 220 vrouwen antepartum
opgenomen geweest en 23 postpartum. Van de vrouwen die opgenomen hebben
gelegen, is van 143 vrouwen (59%) bekend dat ze zijn opgenomen vanwege
klachten passend bij covid-19. Bij 82 vrouwen is beschreven dat er
radiologische afwijkingen waren passend bij een virale pneumonie. De meest
voorkomende klachten waren hoesten (n=1965; 44%), koorts (n=1170; 26%)
en griepachtige klachten (n=1215; 27%).
Therapie:
In 328 casus
werd gestart met medicatie. Bij 82 casus werd gestart met antibiotica. Er werd
in 6 casus beschreven dat werd gestart met een antiviraal middel, zoals tamiflu
en remdesivir. Bij drie vrouwen werd dexamethason toegediend. Er is bij 71 vrouwen beschreven dat zij
tijdelijke behandeling met zuurstof hebben ontvangen. Van deze vrouwen hebben 34 een O2 masker gekregen en zijn 11 patiëntes geïntubeerd (geweest), waarvan 6
ook op de buik beademd zijn. In een aantal casus wordt beschreven dat een
neusbril voldoende was.
Partus:
Van de 903 vrouwen die niet meer zwanger zijn, zijn 48 casus gemeld waarbij er sprake
is geweest van een miskraam. Honderdzesenvijftig van de overige 855 vrouwen zijn
bevallen middels sectio. Bij 74 gaat het om een primaire sectio. Van de 82 secundaire sectio’s was in 22 casus sprake van niet vorderende baringen, in 42 casus van verdenking foetale nood, 3 casus een combinatie van niet vorderende
baring en foetale nood en 17 om overige redenen. In 69 casus was sprake van vroeggeboorte
(46 casus met een termijn <36 weken en 23 casus >36 weken). Er is daarbij
drie keer een primaire sectio verricht in verband met ernstige maternale ziekte
bij COVID-19 en de bevalling is bij drie vrouwen preterm ingeleid in verband
met COVID-19 gerelateerde klachten. Er worden in 102 casus tekenen van dreigende
vroeggeboorte beschreven. Zevenendertig zwangeren kregen corticosteroïden voor
foetale longrijping. De bevalling werd bij 291 vrouwen ingeleid, van wie bij 26 vrouwen vanwege COVID-19. Pijnstilling
durante partu werd bij 350 vrouwen gestart: epidurale analgesie (n=213),
remifentanil (n=95), epidurale analgesie en remifentanil (n=17), pethidine of
morfine (n=14), lachgas (n=4), zowel morfine als remifentanil (n=1). In 142 casus
werd aanvullend microbiologisch onderzoek gedaan door middel van vaginale
kweken, kweken van het vruchtwater of van de placenta. In één van deze casus
was de vaginale kweek positief voor SARS-CoV-2, vier keer de kweek van het
vruchtwater en twee keer van het navelstrengbloed.
Neonataal:
Van de 866 pasgeborenen (er is in 11 casus
sprake geweest van een gemelli-zwangerschap) werden 116 neonaten postpartum opgenomen op de
afdeling neonatologie. Eén van de neonaten werd direct post-partum positief
getest op SARS-CoV-2. Bij 634 neonaten werd gestart met borstvoeding. Daarbij
werden geen problemen beschreven. Er zijn drie neonaten postpartum overleden,
waarvan bij één vrouw zwanger van een gemelli, waarvan de doodsoorzaak niet
gerelateerd is aan COVID-19 en bij één neonaat om nog onbekende reden.
Voor vragen en opmerkingen kunt u contact opnemen via info@nethoss-perined.nl.
Beroepsorganisatie van en voor verloskundigen