Plaatsingsdatum: 23 augustus 2018
De prevalentie van meconiumhoudend vruchtwater (MHV) varieert in de literatuur van 5,6% tot 25%. Het percentage meconium houdend vruchtwater bij baringen gestart in de 1e lijn is 17,8% (2019). Bij deze berekening is de WHO selectie toegepast. MHV vergroot de kans op ongunstige perinatale uitkomsten zoals asfyxie. De kans op deze complicaties bij MHV is circa 5%.
Landelijke afspraken over omgaan met meconiumhoudend vruchtwater
De KNOV, de NVOG en de NVK hebben nieuwe landelijke afspraken gemaakt in de Verloskundige Indicatielijst (VIL) over het omgaan met MHV. De werkgroep VIL adviseerde in 2011 over de noodzaak van onderzoek naar de mogelijkheden van begeleiding door de eigen verloskundige bij (dun) meconiumhoudend vruchtwater zonder bijkomende risicofactoren. Dit advies heeft geleid tot het INCAS-onderzoek dat wordt uitgevoerd door de vakgroep Midwifery Science van het EMGO-instituut.
Ondersteunende producten
De KNOV ontwikkelt voor haar leden hulpmiddelen ter ondersteuning van het overleg in het VSV over dit onderwerp. Een factsheet en een time task matrix.
De 'Taskforce Bouwstenen integrale verloskundige zorg' heeft praktische hulpmiddelen, zogenaamde bouwstenen ontwikkeld, waaronder een vrvoor meconiumhoudend vruchtwater. Met deze hulpmiddelen kunnen verloskundigen de fysiologie zo veel mogelijk behouden en onnodige medicalisering voorkomen.