Informatie

Laatste update: 23 september 2023
Plaatsingsdatum: 29 september 2022

De komende jaren blijft de organisatie van zorg een belangrijk thema. Verandering kent spannende kanten, maar biedt zeker veel kansen. Kansen op het gebied van  kwaliteitsverbetering, innovaties , preventie, regie, capaciteit, en het verplaatsen van zorg stevig op te kunnen pakken en borgen. Een belangrijk doel van het organiseren van samenwerking is de kwaliteitsverbetering van de geboortezorg door bijvoorbeeld het ontwikkelen van regionale protocollen, multidisciplinaire overleggen en de mogelijkheid om gezamenlijke investeringen in een regio te doen.  ​

Het is voor zwangere vrouwen van belang dat een geboortezorgaanbieder is aangesloten bij een dergelijk samenwerkingsverband. Lidmaatschap van zo’n samenwerkingsverband betekent namelijk dat de zorgaanbieder kennis heeft van de regionale zorgstandaarden en voldoet aan minimale kwaliteitseisen die gebruikelijk zijn in de beroepsgroep. ​

We zien om ons heen – in het gehele zorglandschap - aanbieders anticiperen op de veranderingen en hun manier van organiseren hierop aanpassen. Het doel; de organisatie toekomstbestendig maken. De ontwikkelingen binnen de geboorte zorg - het IZA (integraal zorgakkoord), de (integrale) bekostiging, capaciteitsproblematiek, preventie en verdere regionalisering en niet in de laatste plaats duurzame kwaliteitsverbetering - vragen om een goede onderlinge samenwerking. Verloskundigen die als professioneel partner in de regio opereren verstevigen de positie van de eerstelijnszorg door met één stem te spreken. Zij zijn een gelijkwaardig gesprekspartner binnen de regio en kunnen vanuit die positie afspraken maken met de andere stakeholders binnen het zorglandschap. Het 'waarom’ van het organiseren van de samenwerking is daarom voor veel regio's duidelijk. Het ‘hoe’ nog niet.​

De KNOV is aan de slag met verbetering van organiseren in de regio. We moeten landelijk en regionaal sterker staan als verloskundigen. Een goed georganiseerde eerste lijn is essentieel voor de samenwerking binnen het hedendaagse geboortezorglandschap. De KNOV ziet het als haar taak om haar leden hierin te ondersteunen. Om die reden heeft de KNOV de projectgroep Organisatiegraad ingericht. De projectgroep bestaat naast een projectleider uit inhoudelijke, financiële en juridische expertise. Voor vragen en/ of behoefte aan ondersteuning op het gebied van het organiseren (veranderen) van samenwerkingsvormen kunnen jullie contact opnemen met de projectgroep via organisatiegraad@knov.nl of bellen met de projectleider Carolien Bronkhorst, 06- 23716092.​

Het organiseren van samenwerking kan in verschillende vormen; We zien binnen de geboortezorg dat men op dit moment veelal kiest voor een Vereniging, Coöperatie al dan niet in combinatie met een Zorggroep. Van deze verschillende vormen heeft de KNOV de belangrijkste kenmerken, voor- en tegens en te nemen stappen voor jullie onderzocht en uitgewerkt. Tevens treffen jullie bij de verschillende opties praktische voorbeelddocumenten aan van de benodigde basisdocumenten.​

Een samenwerkingsverband mag niet als vehikel voor mededingingsbeperkende afspraken worden gebruikt. Zo mogen geboortezorgaanbieders geen afspraken maken over de door hen te hanteren prijs richting de zorgverzekeraar of over een verdeling van cliënten (bijvoorbeeld naar gebied). In dat geval is de samenwerking in strijd met de Mededingingswet. Door middel van oprichting van een Zorggroep wordt dit voorkomen. ​

  • Optie 1  Zorggroep als zorgmakelaar

    Korte omschrijving
    De zorggroep onderhandelt namens de bij de zorggroep aangesloten individuele verloskundigenpraktijken met zorgverzekeraars over de contracten. De zorggroep ​is zelf geen partij bij de contracten. Iedere praktijk beslist zelf om het contract (waarover door de zorggroep is onderhandeld met de zorgverzekeraars) wel of niet te tekenen. De individuele praktijken contracteren dus zelf met de verzekeraars. De zorggroep is geen contractspartij.​

    Verantwoordelijkheidsverdeling
    De zorggroep onderhandelt met zorgverzekeraars en beoordeelt de contracten voor de aangesloten prakijken. Deze praktijken zullen ieder zelf contracteren met de verzekeraars. Iedere praktijk is dus zelf verantwoordelijk voor de (kwaliteits)verplichtingen uit hoofde van de overeenkomsten die de praktijk zelf is aangegaan met de zorgverzekeraars.​

    Geen risico’s: Indien één van de praktijken de verplichtingen uit het contract met de  zorgverzekeraar niet nakomt, dan heeft dat geen direct gevolg voor de andere praktijken​

    Kwaliteitsborging: Ieder afzonderlijke praktijk is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteitsborging. Uiteraard kun je hier binnen de zorggroep (coöperatie) onderlinge afspraken maken en vastleggen. Juridisch gezien is er geen aansprakelijkheid voor het geheel (niet- nakoming) als een  praktijk binnen het geheel onvoldoende kwaliteit levert. 

    Mededingingsrechtelijke toelaatbaarheid
    De mededingingsrechtelijke toelaatbaarheid dient van geval tot geval te worden onderzocht en zo nodig zal toestemming moeten worden gevraagd aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en/of de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Nu de  zorggroep niet zelf contracteert met verzekeraars, zal deze constructie mededingingsrechtelijk vermoedelijk eerder door de beugel kunnen dan optie 2.​

    Iedere zorgaanbieder bepaalt immers zelf of het contract met de betreffende ​verzekeraar wel of niet wordt aangegaan.

    Declareren
    Iedere praktijk declareert zelf.

    Vergunning
    Zorggroep heeft geen toelatingsvergunning nodig o.g.v. Wtza.

    Toezichthoudend orgaan
    Verplichting tot toezichthoudend orgaan niet snel van toepassing.

    Benodigde juridische basisdocumenten
    In ieder geval nodig:​

    • Statuten​ (zorggroep voorbeeld en coöperatie/vereniging voorbeeld)
    • Zorgmakelaarsovereenkomst tussen de zorggroep en de verloskundepraktijken, op basis waarvan de zorggroep namens die praktijken mag/kan onderhandelen​
    • Huishoudelijk reglement (optioneel)

    Voordelen

    • Afname van administratieve lasten doordat zorggroep onderhandelt met zorgverzekeraars; ​
    • Oprichting gemakkelijker / lagere regeldruk: geen vergunning nodig en toezichthoudend orgaan in beginsel niet verplicht;​
    • De praktijken zijn niet afhankelijk van elkaars prestaties onder de overeenkomsten met zorgverzekeraars;​
    • Takenpakket zorggroep is beperkter, waardoor functies mogelijk eerder ingevuld kunnen worden;​
    • Mededingingsrechtelijke toelaatbaarheid dient van geval tot geval goed te worden onderzocht. Deze optie gaat minder ver in het creëren van een zekere ‘machtspositie’ en zal vermoedelijk eerder toelaatbaar zijn.

    Nadelen (risico's)

    • Kwaliteitsborging lastiger: gezamenlijke kwaliteitsdoeleinden zijn lastiger af te dwingen en te borgen, nu de zorggroep geen partij is bij de contracten;​
    • Verloskundigenpraktijken declareren in beginsel zelf;​
    • Gezamenlijke inkoop lastiger: zou mogelijk later via een aanvullende structuur moeten worden ingericht.

    Optie 2 Zorggroep als contractpartij van zorgverzekeraars

    Korte omschrijving
    De zorggroep onderhandelt met zorgverzekeraars over contracten en is zelf contractspartij bij die contracten. De zorggroep is hoofdaannemer en doet zorg verlenen, maar verleent niet zelf de zorg. De daadwerkelijke zorgverlening wordt verricht door gecontracteerde onderaannemers: de verloskundige- of geboortezorgpraktijken.

    Verantwoordelijkheidsverdeling
    De zorggroep is als hoofdaannemer en (enig) directe contractspartij jegens de gecontracteerde zorgverzekeraars volledig verantwoordelijk voor het beleid omtrent kwaliteit en veiligheid dat op de gecontracteerde zorg van toepassing is, voor de borging en uitvoering van dat beleid en voor het declareren van de door de onderaannemers geleverde zorg bij de zorgverzekeraar.​

    Risico’s: In deze constructie schuilen risico’s, nu het geheel zo sterk is als de zwakste schakel. Indien één van de onderaannemers (praktijken) bijvoorbeeld niet voldoet aan de kwaliteitseisen, is feitelijk al sprake van niet-nakoming door de zorggroep. Nu de zorggroep een tal van aangesloten verloskundigen- en geboortezorgpraktijken vertegenwoordigt, lopen al deze praktijken het risico de negatieve gevolgen te ondervinden wanneer de zorgverzekeraar (juridische) maatregelen neemt door het niet-nakomen.​

    Kwaliteitsborging: Om de verplichtingen te kunnen nakomen, zal de zorggroep een persoon of instantie moeten aanwijzen die er nauwlettend op toeziet dat iedere gecontracteerde verloskundigen- en geboortezorgpraktijk voldoet aan de (kwaliteits)verplichtingen uit het contract van de zorgverzekeraars. De zorggroep is immers zelf hoofdelijk aansprakelijk voor nakoming van het contract.

    Mededingingsrechtelijke toelaatbaarheid
    De mededingingsrechtelijke toelaatbaarheid dient van geval tot geval te worden onderzocht en zo nodig zal toestemming moeten worden gevraagd aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en/of de Autoriteit Consument en Markt (ACM). In elk geval  dient ervoor te worden gewaakt dat de combinerende praktijken geen ontoelaatbare machtspositie vormen op de markt, nu zij als collectief onder één entiteit vallen, namelijk de zorggroep.

    Declareren
    De zorggroep declareert namens alle gecontracteerde praktijken.

    Vergunning
    Zorggroep heeft wel toelatingsvergunning nodig o.g.v. de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza).

    Toezichthoudend orgaan
    De vergunningsplicht brengt met zich dat de zorggroep – indien aan de drempels uit de Wtza wordt voldaan – een toezichthoudend orgaan dient in te stellen dat bestaat uit minstens drie personen. Aan de drempels daarvoor wordt relatief snel voldaan.

    Benodigde juridische basisdocumenten
    In ieder geval nodig:​

    ​Voordelen

    • Kwaliteitsborging: zorggroep is contractspartij en zal dus toezien op nakoming door verloskundigenpraktijken. Kwaliteit kan hierdoor geborgd en verbeterd worden;​
    • Afname van administratieve lasten doordat zorggroep onderhandelt én ondertekent en vervolgens declareert;​
    • Gezamenlijke inkoop eenvoudiger: eventuele. gezamenlijke inkoop (van bijv. hulpmiddelen, ICT etc.) kan binnen deze structuur gemakkelijker ingericht worden;​
    • Zorggroep heeft veel verantwoordelijkheid en dient te voorzien in een gezamenlijk kwaliteitsborgingsmechanisme c.q. toezicht op de naleving.

    Nadelen (risico's)

    • De praktijken zijn onderling van elkaar afhankelijk. Als één van de partijen de door een verzekeraar gestelde verplichtingen niet- nakomt, doen de andere partijen dat ook niet: de zorggroep is als hoofdaannemer dan aansprakelijk jegens de verzekeraar(s).​
    • Oprichting lastiger / regeldruk hoger: Wtza- vergunning vereist en snel toezichthoudend orgaan verplicht;​
    • Mededingingsrechtelijke toelaatbaarheid dient van geval tot geval goed te worden onderzocht. Deze optie zal eerder bezwaarlijk zijn dan optie 1.
  • De coöperatie is een bijzondere variant op de vereniging. De coöperatie is een vereniging die opkomt voor de materiële belangen van haar leden door overeenkomsten met hen af te sluiten. Bij de coöperatie mag winst worden uitgekeerd aan de leden, in tegenstelling tot bij een vereniging. Een coöperatie moet worden opgericht door minimaal twee personen. De oprichting gebeurt bij notariële akte. De coöperatie dient te worden ingeschreven in het Handelsregister. Deze ondernemingsvorm wordt binnen de verloskunde nog wel eens gekozen voor samenwerking op regionaal niveau om praktijkoverstijgende verloskundige zorg te kunnen organiseren. Wat in de verloskundigenpraktijken kán plaatsvinden blijft ook vooral dáár plaatsvinden: dicht bij huis en bij de eigen verloskundige. Sommige onderzoeken en diensten tijdens de zwangerschap kunnen echter op iets grotere schaal worden uitgevoerd. Dit geldt bijvoorbeeld voor de screeningsecho's en de uitwendige versie. 

    Verloskundigen verenigen zich in coöperaties vanwege het doel een gezamenlijke onderneming op te richten, gezamenlijke inkoop te organiseren of gezamenlijk scholing te bekostigen. Door middel van een coöperatie verwachten kringen dan wel praktijken slagvaardiger te kunnen opereren in gesprekken en contacten met andere partijen. Een coöperatie verenigt de praktijken van verloskundige zorgverleners. Dit heeft mede als doel het vergroten van de continuïteit van de verloskundige zorg. Ook speelt de coöperatievorming een belangrijke rol in verband met de ontwikkelingen rondom integrale zorg en bekostiging. Met een coöperatie als organisatievorm kan invulling worden gegeven aan een integraal zorgmodel. De coöperatie biedt mogelijkheden aan verloskundigenpraktijken om met behoud van de eigen praktijk/onderneming te participeren in een integraal zorgmodel. 

    Er zijn ondersteunende documenten opgezet voor het opzetten van een Coöperatie.

    Algemene informatie Coöperatie

  • VSV staat voor Verloskundig Samenwerkings Verband. Het VSV is aangewezen door de zorgstandaard integrale geboortezorg als het gremium waar partijen in de geboortezorg samen komen. De integrale zorgstandaard legt een aantal taken neer bij het VSV. Denk daarbij aan:

    • multidisciplinaire en lijnoverstijgende samenwerking
    • ontwikkelen regionaal beleid en regionale zorgpaden. Hierbij valt te denken aan ruimte voor extra aandacht voor ouders met lage SES en lagere cognitieve vermogens
    • invulling geven aan de coordinerend zorgverlener, zoals die in de zorgstandaard is opgenomen.

    Met deze doelen legt het VSV nieuwe stijl het accent vooral op de inhoud van de zorg waarbij alle ketenpartners zijn betrokken. 
    BronZorgstandaard Integrale geboortezorg.

    De deelnemers van een VSV zijn in de eerste plaats de verloskundige zorgverleners die direct betrokken zijn bij de zorgverlening aan individuele cliënten: de verloskundige, de verloskundig actieve huisarts en de gynaecoloog. Afhankelijk van de lokale of regionale situatie kunnen ook andere geboortezorgverleners aansluiten, zoals kinderartsen, huisartsen, vertegenwoordigers van kraamzorginstellingen, zorgverzekeraars en cliëntenorganisaties, ambulancezorg en public health. Zij kunnen structureel of ad hoc deelnemen.

    Bestaande VSV's geven aan dat vertrouwen en onderling professioneel respect belangrijke voorwaarden zijn voor het functioneren van het VSV. Ook is het belangrijk dat steeds dezelfde vertegenwoordigers aan het overleg deelnemen, zodat men elkaar goed leert kennen. Onderstaande zaken zijn van belang om met elkaar af te spreken en te regelen: 

    Inhoud 

    • Een gezamenlijk geformuleerde visie en missie. 
    • Gezamenlijk overeengekomen doelstellingen. Deze doelstellingen zijn bij voorkeur SMART geformuleerd (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en met Tijdpad). De doelstellingen worden door alle deelnemers onderschreven. Het uitwisselen van verwachtingen van het overleg geeft duidelijkheid; iedereen moet nut en belang van overleg inzien. 
    • Ontwikkeling van gezamenlijke zorgpaden, richtlijnen, protocollen, kwaliteitsbeleid. 
    • Implementatie en evaluatie van zorgpaden, richtlijnen, protocollen en kwaliteitsbeleid.  

    Proces 

    • Evenwichtige verhoudingen tussen deelnemers (gelijkwaardig in omgang). Dit wordt bereikt door: 
    • Wederzijds respect voor en vertrouwen in elkaars deskundigheid/vakgebieden; 
    • Goede communicatie: op de hoogte zijn van en openstaan voor elkaar visies en belangen; 
    • Bereidheid openheid te bieden over eigen werkwijze. 
    • Voldoende cohesie binnen de lokale beroepsgroepen is noodzakelijk voor goed functioneren. 
    • Belangen van alle partijen duidelijk krijgen (verborgen agenda’s open op tafel). 
    • Resultaten inzichtelijk maken van het overleg in het dagelijks handelen. Snelle resultaten motiveren (vieren van successen!). 
    • Goede contacten werken bevorderend voor de ontwikkeling van een VSV (elkaar persoonlijk kennen). 

    Structuur en organisatie 

    • Een formele samenwerkingsovereenkomst is afgesloten of een intentieverklaring. 
    • Duidelijke vastgelegde afspraken over besluitvorming, mandatering, communicatie met de achterban en geschillenregeling. 
    • Een duidelijke vergaderstructuur met voorzitter, agenda, notulen: 
    • Een onafhankelijke (externe) voorzitter met goede sociale vaardigheden en een vaste notulist; 
    • Tijdige en volledige verspreiding van schriftelijke stukken zoals de agenda, notulen en notities; 
    • Frequentie van vergaderen is vastgesteld en op vaste dag per periode. 
    • Vaste werkgroep of bestuur die het overleg inhoudelijk voorbereidt met deelnemers uit de verschillende beroepsgroepen. 
    • Mogelijkheden tot implementeren van de uitkomsten van het overleg (tijd, geld en mankracht beschikbaar). 
    • Inzet en commitment vanuit deelnemers om tijd en energie te besteden aan het VSV, ondanks werkdruk of andere interne en externe gebeurtenissen. 
    • Uitwisseling van ‘best practices’ VSV met betrokkenen (multidisciplinair) in het veld. 
    • Overeenstemming tussen de deelnemers over prioriteiten, richting en heldere opdracht voor het VSV.

    VSV Overeenkomst 

    Voor het vastleggen van de afspraken van het VSV is er een VSV-voorbeeldovereenkomst beschikbaar. 

    Toolkit VSV

    Het College Perinatale Zorg (CPZ) heeft een aantal ondersteuningsinstrumenten ontwikkeld voor je VSV. 

    • VSV Toolkit professionalisering. Gebruik de toolkit om de VSV-cultuur te verstevigen, de toekomstvisie & strategische koers (krachtiger) te zetten of om de samenwerkingsafspraken en organisatiestructuur verder te formaliseren.
    • Alles op een rijtje rond de bekostiging vind je hier handig samengebracht. En kijk ook op de KNOV-pagina Bekostiging van de geboortezorg
    • De VSV-spiegel laat zien hoe de samenwerking binnen je VSV verloopt.

    Meer informatie

  • De meeste IGO’s die zijn gestart, zijn voortgekomen uit dezelfde zorgverleners als het VSV. Dit kan zijn dat er in regio’s overlap is of wordt gevoeld tussen een IGO en een VSV en in de praktijk is dit wellicht ook zo. Het zijn echter twee verschillende entiteiten met verschillende grondslag en doelen.
    Een VSV is een overleggremium waar deelname verplicht is voor de zorgverleners uit de geboortezorg in de regio. Het kent per definitie een inclusief en regionaal karakter. Het doel van een VSV is kwaliteitsbevordering, specifiek gekoppeld aan de zorgstandaard integrale geboortezorg. De wettelijke grondslag hiervoor ligt hiervoor bij wetgeving rondom kwaliteit.

    De IGO is een organisatievorm waarbij wordt gekozen om de declaraties van de zorgverzekeraar gezamenlijk te doen en te laten landen in dezelfde organisatie. Zij maken daarvoor gebruik van de integrale prestaties, die de zorg dekken ongeacht waar die is geleverd. De inkomende geldstromen (niet de uitgaande) worden gebundeld. Niet alle zorgverleners hoeven/kunnen deel uitmaken van een IGO. Een IGO is ook niet per definitie regionaal. De wettelijke grondslag voor de IGO ligt in het experiment integrale bekostiging gebaseerd op de Wet marktordening gezondheidszorg.

    Update Integrale Bekostiging 

    Op dinsdag 31 mei 2022 heeft de Tweede Kamer besloten om integrale bekostiging regulier te maken per 2023 naast de huidige bekostiging. Daarmee kan de minister uitvoering geven aan zijn beoogde ‘tweesporenbeleid’. Hierdoor ontstaat een nieuwe situatie waarvan we de komende jaren gaan merken wat het precies betekent. De KNOV blijft zich inzetten voor alle verloskundigen en het kunnen bieden van de beste geboortezorg.  

    Sterke organisatiegraad  

    Zoals de minister aan heeft gegeven, moeten er minimaal twee partijen meewerken aan integrale bekostiging. Dat betekent ook dat verloskundigen ja of nee kunnen zeggen. Hierin ligt een keuze voor de verloskundigen in de regio. Verloskundigen kunnen samenwerkingsafspraken maken en voorwaarden stellen. Daarvoor is het van groot belang dat de organisatie in de regio goed is. Sommige regio’s zijn daarin verder dan anderen. We bieden hierbij vanuit de KNOV ondersteuning aan (zie bijvoorbeeld zorggroepen/coöperaties). 

    Gesprekken met zorgverzekeraars  

    Vanuit de KNOV zijn verschillende gesprekken met zorgverzekeraars gevoerd (de zogenaamde VOZ overleggen). Hierin stond het tweesporenbeleid en hoe hier invulling aan te geven centraal.  Inzet daarbij is dat ook de huidige bekostiging ondersteund en verbeterd wordt. Verder zien we dat een aantal zorgverzekeraars een bepaalde mate van draagvlak/omvang in het Verloskundig Samenwerkingsverband (VSV) vragen voor het inkopen van integrale bekostiging. De meeste Integrale Geboortezorgorganisaties (IGO’s) hebben dit binnen hun VSV. We vragen alle zorgverzekeraars op deze wijze hun inkoop te gaan opzetten.  

Lees ook

Ondersteunende producten

Overig

Meer Vakkennis & Wetenschap

Meer Werk & Organisatie

Oproepen

Agenda