CPZ

Het College Perinatale Zorg (CPZ) is een netwerkorganisatie die zich inzet voor integrale zorg en preventie rond zwangerschap en geboorte. Het CPZ is - op advies van de voormalige Stuurgroep Zwangerschap en geboorte - opgericht door Bo Geboortezorg, KNOV, NVOG, NVK, NVZ, Patiëntenfederatie Nederland en Zorgverzekeraars Nederland. Samen werken deze partijen aan de best mogelijke start voor elke zwangere, elk kind en elk gezin.  

Het CPZ ondersteunt de integrale geboortezorg door: 

  • Gedeelde issues te agenderen en adresseren 
  • Beleidsontwikkeling te initiëren en te faciliteren 
  • Partijen te verbinden 
  • Het geboortezorgveld te ondersteunen met kennis en informatie 

Stuurgroep Zwangerschap en geboorte 

In 2008 bleek dat de babysterfte in Nederland relatief hoog is in vergelijking met andere Europese landen. Het ministerie van VWS stelde daarom de Stuurgroep Zwangerschap en geboorte aan. Deze stuurgroep bracht in 2009 advies uit over de inrichting van zorg rond zwangerschap en geboorte in Nederland in het rapport ‘Een goed begin’. Aan dit advies werkten vertegenwoordigers van cliënten, beroepsgroepen, verzekeraars en relevante koepelorganisaties mee. Ook de KNOV was betrokken. 
In september 2011 werd op initiatief van de stuurgroep het CPZ geïnstalleerd om uitvoering te geven aan het rapport: de kwaliteit van de geboortezorg verbeteren en de babysterfte en morbiditeit in Nederland verminderen. 

Visie 

Op een aantal aanbevelingen uit het rapport 'Een goed begin’ heeft de KNOV een visie geformuleerd: Uitwerking aanbevelingen van de Stuurgroep Zwangerschap en geboorte

Pilots 

Ook zijn er vier pilots opgezet vanuit het advies van de Stuurgroep Zwangerschap en geboorte: 

  • Continue begeleiding tijdens de baring 
  • Het 34-weken huisbezoek 
  • Werken met een zorgplan en geboorteplan 
  • Casemanagement 

 Tien jaar na 'Een goed begin' 

Tien jaar na het verschijnen van het rapport 'Een goed begin', in 2020, blijkt de vooruitgang indrukwekkend. De belangrijkste constatering van de KNOV en NVOG is dat moeder en kind de hoofdrol spelen in de geboortezorg. Er is een omslag geweest in het denken en doen van de professionals in de geboortezorg. Hierdoor is er veel meer oog voor intensieve samenwerking in de hele zorgketen en de psychosociale context van moeder en kind. Uit de registratie van Perined blijkt dat deze positieve ontwikkelingen hebben geleid tot een dalende trend in de sterftecijfers de afgelopen tien jaar. Positieve ontwikkeling op de zeven speerpunten uit het rapport:  

  • Er is veel meer oog voor de algemene gezondheid van moeder en kind, en preventie speelt een steeds grotere rol. 
  • De voorlichting aan vrouwen is sterk verbeterd.  
  • De samenwerking tussen de zorgverleners is aanzienlijk verbeterd en intensiever geworden, onder andere door netwerkvorming.  
  • Vrouwen kunnen rekenen op snelle en adequate hulp als dat nodig is; Nederland heeft een fijnmazig netwerk van ziekenhuizen en verloskundigen. 
  • In het belang van de veiligheid en welzijn van moeder en kind valt er de komende jaren nog veel te bereiken in: 
  • Het beter laten functioneren van netwerken van professionals, VSV/IGO. Hiervoor moet een betere gegevensuitwisseling tot stand komen en een visie ontwikkeld worden op acute zorg en onder andere de financiering daarvan.  
  • De verbinding tussen de gezondheidzorg en sociale domein, bijvoorbeeld gemeente en JGZ, moet verbeterd worden om betere gezondheidsbeleving en –uitkomst te realiseren.