Informatie

Laatste update: 08 november 2022
Plaatsingsdatum: 11 november 2021

In het besluit AMvB Opleidingseisen en deskundigheidsgebied verloskunde (september 2008) is de uitwerking van het deskundigheidsgebied van verloskundigen vastgelegd. De omschrijving van het deskundigheidsgebied vormt het kader voor het beoordelen van de vraag voor welke voorbehouden handelingen een verloskundige zelfstandig bevoegd is. 

Voorschrijven van alle hormonale anticonceptiemiddelen 

Per 1 oktober 2015 behoort het voorschrijven van alle (hormonale) anticonceptiemiddelen (orale anticonceptiva, hormonale IUD’s, implantatiestaafje, de vaginale ring, de prikpil en de anticonceptiepleister) tot de bevoegdheden van de verloskundige.  De verloskundige richt zich met het voorschrijven van anticonceptie specifiek op de zwangerschapsperiode en de kraamperiode. 

Voorbehouden handelingen 

Volgens de Wet BIG staat het iedereen vrij binnen de individuele gezondheidszorg handelingen te verrichten. De wetgever heeft bepaalde handelingen, de zogenoemde voorbehouden handelingen, hiervan uitgesloten. Voorbehouden handelingen mogen alleen verricht worden door daartoe bevoegde beroepsbeoefenaren die herkenbaar zijn aan hun beschermde titels. Het gaat om handelingen die bij ondeskundige toepassing gezondheidsrisico’s kunnen veroorzaken. Verloskundigen zijn zelfstandig bevoegd dergelijke handelingen te verrichten. Ook zijn zij bevoegd de indicatie voor de desbetreffende handeling te stellen. Bij verloskundigen geldt de beperking dat deze handelingen tot hun deskundigheidsgebied moeten behoren. Voor handelingen buiten het eigen deskundigheidsgebied zijn verloskundigen soms wel bekwaam, maar niet zelfstandig bevoegd. Zij kunnen in zo’n situatie de opdracht aanvaarden van een zelfstandig bevoegde die de indicatie stelt, waarna de verloskundige als opdrachtnemer zelf verantwoordelijk blijft voor de uitvoering van de opdracht. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn bij bepaalde handelingen die de klinisch verloskundige met supervisie van de gynaecoloog in het ziekenhuis uitvoert. 
Bij verloskundigen geldt dat de beperking van de voorbehouden handelingen tot hun deskundigheidsgebied moeten behoren (zie omschrijving deskundigheidsgebied verloskundigen). In artikel 36 van de Wet BIG zijn alle voorbehouden handelingen opgesomd. 

Een verloskundige is bevoegd tot de volgende voorbehouden handelingen: 

• Heelkundige handelingen (bijvoorbeeld episiotomieën en hechten) 
• Vaginale echoscopie 
• Verloskundige handelingen 
• Catheterisaties (bijvoorbeeld: urine afnemen door middel van cathetherisatie) 
• Injecties (bijvoorbeeld: toepassen van lokale anesthesie met een injectie of het inbrengen van een intraveneuze injectie) 
• Puncties (bijvoorbeeld: bloed afnemen bij moeder en/of kind met een punctie) 
• Voorschrijven geneesmiddelen 

Delegatie van voorbehouden handelingen 

Verloskundigen zijn bevoegd tot het uitvoeren van heelkundige handelingen (artikel 36 lid 1  Wet BIG), maar uitsluitend voor zover het handelingen betreft die vallen onder het deskundigheidsgebied van de verloskundige. In de opleidingseisen en deskundigheidsgebied van de verloskundige (verder: AMvB verloskunde) staat dat hiertoe worden gerekend, handelingen op het gebied van de verloskunst en andere handelingen gericht op het bevorderen en bewaken van het natuurlijk verloop van de zwangerschap, de bevalling en de kraamperiode alsmede op het voorkomen van afwijkingen bij de vrouw of het kind. 

Als de verloskundige niet bevoegd is, kan zij een heelkundige handeling eventueel wel uitvoeren als een gedelegeerde handeling van een arts, zoals de huisarts. 

Bij delegatie van voorbehouden handelingen spelen zowel een opdrachtnemer als een opdrachtgever een rol. In de Wet BIG is dit uitgewerkt in een opdrachtnemers-artikel (artikel 35 Wet BIG) en een opdrachtgevers-artikel (artikel 38 Wet BIG). Bij het opdrachtnemers-artikel gelden zogeheten acceptatiecriteria en bij het opdrachtgevers-artikel zijn zogeheten delegatiecriteria van toepassing. Dit wordt als volgt  toegelicht. 

Acceptatiecriteria opdrachtnemer 

Uit artikel 35 Wet BIG vloeit voort dat een verloskundige de opdracht mag verrichten, op voorwaarde dat: 

  1. dat geschiedt in opdracht van de arts en 
  2. de verloskundige redelijkerwijs mag aannemen dat hij/zij beschikt over de bekwaamheid die is vereist voor het behoorlijk uitvoeren van de opdracht en 
  3. de verloskundige voor zover de arts aanwijzingen heeft gegeven, heeft gehandeld overeenkomstig die aanwijzingen. 

Wanneer de opdrachtnemer niet aan deze acceptatiecriteria voldoet, is de verloskundige niet bevoegd. 

Delegatiecriteria opdrachtgever

Uit artikel 38 Wet BIG volgt dat een arts een verloskundige een opdracht kan geven tot het verrichten van de bepaalde handeling, op voorwaarde dat wordt voldaan aan de hieronder opgesomde delegatiecriteria: 

  • het geven van een opdracht; 
  • de redelijke aanname dat de verloskundige aan wie de opdracht wordt gegeven bekwaam is; 
  • het zo nodig geven van aanwijzingen; 
  • het zo nodig houden van toezicht; 
  • het verzekeren van de mogelijkheid van tussenkomst. 

Wanneer een verloskundige de handeling bevoegd verricht, dan is het noodzakelijk dat hiervoor ook dekking is vanuit de beroepsaansprakelijkheidsverzekering. 

Deze tekst is nog niet geactualiseerd naar de laatste stand van zaken of laatste wetenschappelijke inzichten.

Lees ook

Ondersteunende producten

Nieuws

Overig

Meer Vakkennis & Wetenschap

Meer Werk & Organisatie

Oproepen

Agenda