Nieuwsbericht

21 augustus 2018

Bent u bekend met de Autoriteit Consument en Markt (ACM)? Wat doet zij en waar houdt zij toezicht op? Wij hebben de ACM zes vragen gesteld over contracteren. Zes vragen van verloskundigen.

De ACM ziet erop toe dat organisaties eerlijk concurreren en beschermt consumentenbelangen, ook in de verloskundige zorg. Verloskundigen bepalen zelf hoe zij cliënten willen aantrekken en - binnen de regels die de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) stelt - tegen welke tarieven. Verloskundigen mogen dit niet met elkaar afstemmen, ook niet via een lokaal samenwerkingsverband. Afstemming verstoort de concurrentie en is verboden. Dat is wettelijk bepaald in de Mededingingswet.

Vorig jaar waarschuwde de ACM dat een 'collectieve boycot' van zorgcontracten verboden is. Dat was midden in de contracteerperiode. Zo'n 'collectieve boycot' is niet toegestaan, is nadelig voor cliënten en uiteindelijk schadelijk voor de zorg. We zijn nu bijna een jaar verder. Het contracteerseizoen is weer begonnen. Een aantal vragen aan de ACM:

Vraag en antwoord

 
  1. Waarom mogen verloskundigen niet samen onderhandelen met een zorgverzekeraar?

Lees het antwoord van ACM

We hebben in Nederland gekozen voor een zorgstelsel van gereguleerde concurrentie. Daarin hebben zorgverzekeraars voor de basisverzekering een zorgplicht. Zij concurreren met elkaar om de gunst van de verzekerde; dat is een prikkel om de zorg zo scherp mogelijk in te kopen. Zolang zorgverzekeraars voldoen aan hun zorgplicht zijn zij vrij om zelf te bepalen welke verloskundigen zij contracteren. Dan is het wel van belang dat er voor zwangere vrouwen en zorgverzekeraars ook echt wat te kiezen valt. Dat kan niet als alle verloskundigen samen gaan onderhandelen en daarmee feitelijk één blok vormen tegenover zorgverzekeraars. Verloskundigen moeten zelf bepalen hoe zij cliënten willen aantrekken en tegen welke tarieven (binnen de regels die de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) daarover stelt). Dat mogen zij niet met elkaar afstemmen, ook niet binnen lokale samenwerkingsverbanden zoals VSV's. Ook mag de KNOV niet met zorgverzekeraars onderhandelen over bijvoorbeeld het tarief. Dat verstoort de concurrentie en is verboden. Dit is wettelijk zo bepaald, in de concurrentieregels uit de Mededingingswet. De ACM houdt toezicht op concurrentie. Achterliggend doel is dat de zorg voor patiënten en verzekerden daardoor betaalbaar, toegankelijk en van goede kwaliteit is.

Dat betekent overigens niet dat de KNOV als brancheorganisatie niets voor haar leden kan doen. De KNOV mag haar leden in algemene zin vertegenwoordigen, ook in de gesprekken met zorgverzekeraars. Een brancheorganisatie heeft tevens in de aanloop naar de contracteerperiode een belangrijke rol. Zo kan zij bepaalde knelpunten in de zorgvraag onder de aandacht van zorgverzekeraars brengen of adviseren over standaarden en prestatie-indicatoren. Een brancheorganisatie mag ook met objectieve openbare informatie inzicht bieden in kostenposten, zodat haar leden beter kunnen afwegen of zij een bepaald aanbod wel of niet accepteren.

2. Echt samen onderhandelen met zorgverzekeraars, dat zit er dus niet in?

Lees het antwoord van ACM

In principe niet, nee. Er is wel een uitzondering. Verloskundigen die geen concurrenten van elkaar zijn en bijvoorbeeld in verschillende regio's werken, mogen wel samen onderhandelen met zorgverzekeraars. Maar verloskundigen die in dezelfde regio zijn gevestigd, zijn concurrenten van elkaar. Zij kunnen inderdaad niet samen onderhandelen met zorgverzekeraars.

De concurrentieregels bieden wel enige ruimte voor samenwerking die het belang van de patiënt en verzekerde dient. Dat is uiteindelijk ook bij de ACM de belangrijkste toets: schaadt of baat de samenwerking tussen zorgaanbieders de patiënten en verzekerden? In de eerstelijnszorg heeft de ACM daar speciale 'Uitgangspunten toezicht ACM op zorgaanbieders in de eerste lijn' voor opgesteld. Kern daarvan is dat er veel ruimte is voor samenwerking en overleg tussen zorgaanbieders, zolang zij bij die samenwerking de belangen van patiënten en verzekerden centraal stellen. Dat betekent dat er - zeker in de aanloop naar de contracteerronde - veel mag, zolang dit bijdraagt aan het op tafel krijgen van alle informatie die nodig is om te komen tot goede contracten die rekening houden met relevante lokale en regionale ontwikkelingen in de zorg. Maar er blijven wel grenzen. Afstemming tussen concurrerende verloskundigen over het wel of niet accepteren van een contractvoorstel, inclusief het tariefaanbod van een zorgverzekeraar, mag niet.

Wel kunnen verloskundigen altijd gezamenlijk het gesprek met zorgverzekeraars aangaan over onderwerpen die niet over onderlinge concurrentie gaan. Denk daarbij aan onderwerpen als administratieve lasten of de ontwikkeling van kwaliteitsstandaarden en kwaliteitsindicatoren.

3. Het is gek dat we als verloskundigen niet gezamenlijk mogen optrekken. Het overgrote deel van onze beroepsgroep heeft altijd eerst oog voor kwaliteit en daarna pas voor financiën.

Lees het antwoord van ACM

Wij zien ook dat verloskundigen samen met andere zorgaanbieders, en overigens ook met zorgverzekeraars, veel energie steken in het verbeteren van de geboortezorg. Er gebeurt heel veel en veel initiatieven zijn ook goed voor zwangere vrouwen en hun kinderen.

Tegelijk zien we dat verloskundigen ook oog hebben voor hun ondernemersbelangen, zoals de praktijkomzet. Ook dat is natuurlijk volstrekt legitiem. Maar iedereen voelt waarschijnlijk wel aan dat een beroepsgroep liever een hoger tarief afspreekt dan een lager tarief. Als verloskundigen allemaal samen optrekken, zit daar een risico voor de betaalbaarheid. In ons zorgstelsel is ervoor gekozen om het belang van de cliënt en de verzekerde te beschermen en niet zozeer het belang van de individuele zorgaanbieder. En cliënten en verzekerden kunnen juist profiteren van een sterke inkooppositie van zorgverzekeraars, bijvoorbeeld in de vorm van een lage premie.

4. Hoe kan het dat zorgverzekeraars toch niet alle praktijken met lage verwijscijfers, goede uitkomsten en tevreden cliënten een contract aanbieden? Is kwaliteit bij zorginkoop geen fictie? Hoe is de controle op kwaliteit met betrekking tot de inkoop?

Lees het antwoord van ACM

Kwaliteit bij zorginkoop is geen fictie. Zorgverzekeraars hebben een wettelijke zorgplicht. Dat betekent dat een zorgverzekeraar ervoor moet zorgen dat zijn verzekerden zorg uit het basispakket op tijd krijgen en binnen een redelijke reisafstand. De zorg die de zorgverzekeraars contracteren, moet kwalitatief goed zijn. De NZa let erop dat zorgverzekeraars hun zorgplicht nakomen en volgt daarbij het oordeel van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) over de kwaliteit van handelen van zorgaanbieders.

Maar dat betekent niet dat een zorgverzekeraar per se met alle verloskundigen een contract moet afsluiten. De wetgever heeft zorgverzekeraars veel vrijheid gegeven om zorg in te kopen. Een zorgverzekeraar bepaalt zelf met welke verloskundigen hij een contract sluit en kan daarbij keuzes maken over de inhoud daarvan. Dat kan betekenen dat hij (vergoeding voor) bepaalde zorgprestaties niet in het contract opneemt. Zorgverzekeraars kunnen ook eigen eisen stellen en bijvoorbeeld hogere kwaliteits- of servicecriteria hanteren. Het is vervolgens aan verloskundigen zelf om te bepalen of zij wel of niet ingaan op de verschillende contractvoorstellen.

5. Alleen zorgverzekeraars hebben baat bij het feit dat we lagere prijsafspraken maken. Zwangere vrouwen merken niets van prijsverschillen, omdat de zorg onder de basisverzekering valt en volledig wordt vergoed. Dan kan je zeggen: 'als het goedkoper kan, kan de premie omlaag'. Maar dat gebeurt niet, terwijl bijvoorbeeld fysiotherapeuten en logopedisten al flink gekort zijn. Vraag is dus wie heeft er baat bij die concurrentie?

Lees het antwoord van ACM

Uiteindelijk toch wij allemaal. Een zwangere vrouw betaalt voor de verloskundige zorg inderdaad niet zelf de rekening. Dat is mooi, maar tegelijkertijd een risico. Want uiteindelijk moeten wij allen als verzekerden en premiebetalers wel die rekening betalen.

We snappen overigens wel het gevoel van oneerlijkheid. Ons huidige zorgstelsel zet echter het belang van de patiënt/cliënt en de verzekerde voorop en niet dat van de individuele zorgaanbieder. Patiënten/cliënten en verzekerden kunnen profiteren van een sterke inkooppositie van zorgverzekeraars, bijvoorbeeld in de vorm van een lage premie. Het wordt wel een probleem als de kwaliteit van zorg in het geding komt. Daarom is er die zorgplicht: zorgverzekeraars moeten kwalitatief goede zorg inkopen voor hun verzekerden. En dat moeten ze in concurrentie met elkaar doen. De ACM doet daarom (soms samen met de NZa) ook onderzoek naar de prikkels voor zorgverzekeraars om goede polisvoorwaarden tegen gunstige premies te bieden. Maar ook naar de bereidheid van verzekerden om over te stappen van zorgverzekeraar. Daaruit volgen aanbevelingen voor verbeteringen van de zorgverzekeringsmarkt. Waar nodig grijpt de ACM of de NZa in.

De ACM wil benadrukken dat zij het zeer onwenselijk vindt als zorgverzekeraars en zorgaanbieders in de onderhandeling niet meer naar elkaar luisteren. Risico is dan dat contracten geen recht doen aan alle relevante aspecten om goede zorg te kunnen bieden. Met onze uitgangspunten voor de eerste lijn laten wij zien dat de concurrentieregels ruimte bieden aan zorgaanbieders om gezamenlijk zin en onzin van bepaalde contractvoorwaarden met een zorgverzekeraar te bespreken.

6. Kunnen wij als zorgverleners niet samen een contract aanbieden aan zorgverzekeraars, waar wij (echt) kwaliteit borgen en dat voor een reëel tarief? Het initiatief van een contractaanbod ligt nu bij de zorgverzekeraar. Dat initiatief zou ik graag omdraaien.

Lees het antwoord van ACM

Verloskundigen mogen samen een 'modelcontract' of 'modelbepalingen' opstellen en voorleggen aan een zorgverzekeraar. Zo kunnen verloskundigen op eigen initiatief knelpunten én oplossingen agenderen. De branchevereniging kan hierbij een rol spelen. Verloskundigen kunnen dan bijvoorbeeld onderwerpen aan de orde stellen die voor de beroepsgroep belangrijk zijn, zoals bepaalde algemene voorwaarden. Maar ook hier is de grens dat het niet mag gaan om onderwerpen waar iedere verloskundige juist zelf eigen afwegingen moet maken. Zo'n modelcontract mag dus ook geen concreet tariefvoorstel bevatten. Dat moet iedere verloskundige zelf bepalen.

De zorgverzekeraar hoeft zo'n modelcontract overigens niet te accepteren. Een zorgverzekeraar hoeft niet met iedereen individueel te onderhandelen en kan een modelcontract ook naast zich neerleggen. Wel moeten zorgverzekeraars zich bij hun zorginkoop aan bepaalde regels houden. Zo controleert de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) of zorgverzekeraars transparant zijn over het inkoopproces en of zij bijvoorbeeld voldoende beschikbaar zijn voor vragen en opmerkingen van zorgaanbieders.

Meer informatie

De ACM biedt op haar website meer informatie over haar toezicht op zorgaanbieders in de eerste lijn. Hier vindt u ook concrete praktijkvoorbeelden van de beoordeling van samenwerkingsinitiatieven door de ACM. Heeft u andere vragen? De ACM gaat bij breder spelende samenwerkingsvraagstukken graag op voorhand in gesprek over de mogelijkheden en eventuele risico's van voorgenomen samenwerkingen.