Nieuwsbericht

04 maart 2021

De eerste 1000 dagen in het leven van een kind zijn bepalend voor diens latere fysieke en mentale gezondheid. Daarom is het belangrijk dat gezinnen in een kwetsbare situatie al vroeg worden gesignaleerd en ondersteund. Eerstelijns verloskundigen komen als eerste zorgverlener in deze 1000 dagen periode in het leven van het kind. Daarmee spelen zij een sleutelrol in het tijdig signaleren van kwetsbaarheid bij (aanstaande) gezinnen. Dit geldt ook voor jeugdverpleegkundigen en jeugdartsen.

In het kader van het actieprogramma Kansrijke Start (in opdracht van het ministerie van VWS) is onderzocht hoe eerstelijns verloskundigen en jeugdverpleegkundigen en jeugdartsen kwetsbaarheid signaleren.

Het onderzoek

Met digitale vragenlijsten is onderzocht hoe de drie beroepsgroepen op dit moment kwetsbaarheid signaleren, welke drijfveren en obstakels ze ervaren en welke aanknopingspunten ze zien om kwetsbaarheid beter te signaleren en hoe cliënten zich voelen bij het signaleren.

De uitkomsten

Op hoofdlijnen komen uit het onderzoek de volgende uitkomsten:

  • Ruim 60% van de eerstelijns verloskundigen gebruikt geen (gevalideerd) signaleringsinstrument om kwetsbaarheid te signaleren^.
  • Er is verschil tussen welke risicofactoren voor kwetsbaarheid de verschillende beroepsgroepen in kaart brengen. En per risicofactor verschilt of en hoe consequent ernaar gevraagd wordt.
  • Alle beroepsgroepen geven aan dat meer tijd hebben voor een consult en meer kennis hebben over risicofactoren van kwetsbaarheid positief bijdraagt aan kwetsbaarheid signaleren.
  • Ruim 90% van de eerstelijns verloskundigen (maar ook bijna 90% van de jeugdartsen en -verpleegkundigen) geeft dan aan dat er behoefte is aan bijscholing over het signaleren van niet-medische risicofactoren van kwetsbaarheid.
  • De drie beroepsgroepen geven aan dat ze graag meer intercollegiaal overleg willen met elkaar en met kraamverzorgenden over mogelijk kwetsbare zwangeren en gezinnen*.
  • Voor cliënten is het belangrijk dat ze begrijpen waarom hun verloskundige of de mensen van het consultatiebureau vragen stellen over hun persoonlijke leefsituatie. Cliënten vinden het minder vervelend wanneer ze begrijpen waarom deze informatie wordt gevraagd. Ook willen veel cliënten weten wat er met de informatie die ze geven wordt gedaan.

Kansrijke aanknopingspunten

Het rapport sluit af met zeven kansrijke aanknopingspunten voor beide beroepsgroepen. Deze aanknopingspunten zullen het vertrekpunt vormen voor concrete verbeteracties in de geboortezorg en de jeugdgezondheidszorg. Vanuit de Goede Starttafel is het initiatief gekomen om met een werkgroep aan de slag te gaan met deze aanknopingspunten. De KNOV werkt hier aan mee!

Meer informatie

Wil je meer weten over het onderzoek, de opzet en de uitkomsten, lees dan hieronder het volledige onderzoeksrapport of bekijk de factsheet. Het CPZ heeft een wegwijzer Kansrijke Ontmoetingen samengesteld waarin ruime aandacht wordt besteed aan screeningsinstrumenten. Zie voor een mooi voorbeeld van intercollegiaal overleg tussen verloskundige, kraamzorg en jeugdgezondheidszorg het webinar ‘Samenwerking geboortezorg JGZ: hoe doen ze dat in Meppel?’.