Op Urk wordt met zorg het erfgoed van de Nederlandse verloskunde bewaard in het Trefpunt Medische Geschiedenis Nederland. Hier vormen Lidewijde Jongmans, Esther Kavelaar en Claire Kroon de Commissie Catharina Schrader. Deze commissie zet zich in om het verloskundig erfgoed te behouden, te actualiseren, te beschermen én toegankelijk te maken en houden voor iedereen.
KNOV-collega’s Ruth en Nathalie – respectievelijk één van de schrijvers van de identiteitsdocumenten waarin de geschiedenis van ons vak centraal staat en programmamanager van de commissie – werden door Claire hartelijk ontvangen op het Trefpunt. Want weten waar je vandaan komt, is voor elke verloskundige essentieel om te weten wie je bent.
Door de archieven struinend, vonden Ruth en Nathalie een schriftje uit 1905 met in een prachtig handschrift de volgende beschrijving: “Dokter kon nog wel een half uur uitblijven en als ik niets deed, om de bloeding te stelpen, kon pat. wel doodgebloed zijn voor dien tijd en zoo niet, dan zou ze in elk geval zoveel bloed hebben verloren, dat een zeer geringe infectie veel kans had, een dodelijke te zijn. Hoe zou ik de bloeding stelpen, of door tamponade of de placenta doorbooren (ik kon nergens vliezen bereiken) en een voet afhalen. Zou ik tamponeeren, dan moest ik eerst nog een tampon uitkoken en daarvoor had ik op zijn minst 20 minuten, zo niet een half uur tijd noodig. Er moest eerst een schoon pannetje gezocht worden en 100 tegen 1, als er een zoodanig pannetje in het huis te vinden was, want patiënte was een type van slordigheid [...]. Inmiddels was Dr. gekomen. Ellendig vond ik dat! Dr. Had een heelen reis per stoomfiets achter den rug en toen dr. ter plaatse kwam, was er niets meer voor Haem te doen, dan na te kijken, wat de Vroedvrouw gedaan had. O, dr., Vroedvrouw zijn, is nog niet zoo heel gemakkelijk! Maar vooruit, als 't vak ook heel gemakkelijk was, vond ik het toch ook zoo mooi niet, als nu. Jammer vond ik het voor Dr., maar heerlijk vond ik het voor patiënte, als ik er aan dacht, hoe ik haar gevonden had, wat ze geweest was, als ik niet ingegrepen had en wat ze nu was.”
Door de toewijding van Lidewijde, Esther en Claire kan deze bijzondere collectie nog verder toegankelijk gemaakt worden en in stand blijven. Vanuit de KNOV veel dank voor jullie prachtige werk.