Nieuwsbericht

15 november 2022

Per 1 januari 2023 wordt de Wet afbreking zwangerschap (Wafz) gewijzigd. De verplichte minimale bedenktermijn voor de afbreking van zwangerschappen komt te vervallen. Dit betekent dat wanneer een vrouw zich bij een (abortus)arts meldt met het voornemen om haar zwangerschap af te breken, zij niet langer verplicht is om minimaal vijf dagen bedenktijd te nemen voordat een eventuele afbreking plaatsvindt.

De zwangere bepaalt in overleg met de arts welke bedenktijd nodig is om tot een weloverwogen besluit te komen. Die kan korter zijn dan vijf dagen, waardoor het mogelijk kan zijn dat de afbreking op dezelfde dag plaatsvindt, maar deze kan evenwel ook langer zijn dan vijf dagen. Verder blijven dezelfde zorgvuldigheidseisen uit de Wafz gelden.

 

Het ministerie van VWS wil benadrukken dat het nu en in de toekomst niet noodzakelijk is dat een vrouw een verwijsbrief van haar (huis)arts krijgt voor een abortus. Vrouwen kunnen zonder verwijzing terecht in een abortuskliniek of in een ziekenhuis. Tot en met 31 december 2022 kan een verwijsbrief nog wel dienen als start van de looptijd van de beraadtermijn: die begint immers te lopen vanaf het moment dat een vrouw zich meldt bij een (huis)arts, die de datum van dat eerste bezoek in de verwijsbrief opneemt. Maar aangezien de verplichte minimale beraadtermijn vanaf 1 januari vervalt, is een verwijsbrief voor die reden ook niet meer nodig.

Een verwijsbrief kan nog wel nuttig zijn om zorginformatie uit te wisselen, bijvoorbeeld over medicijngebruik, anticonceptiegebruik en nazorg na een abortus. Het verdient daarom aanbeveling dat abortusartsen en andere zorgverleners goed blijven communiceren over de afspraken en verdeling van rollen rond abortushulp.