Nieuwsbericht

04 november 2022
Verloskundestudenten Denemarken bezoeken KNOV

Vorige week brachten twee docenten en circa twintig derdejaarsstudenten van de Deense verloskunde opleiding een bezoek aan Nederland en natuurlijk ook aan het KNOV-kantoor in Utrecht. Na een ontvangst met drop en stroopwafels (je bent in Nederland of niet) gaven bestuurslid Maaike van Rijn, projectleider Amanda Christianen en beleidsadviseur Imara Wilsens een presentatie over het Nederlandse verloskundesysteem. En daarna wilden zij uiteraard ook alles weten over de Deense verloskunde!

Veel onderwerpen waar wij mee te maken hebben, zoals zorgen om de toename van niet-medische echo's en het door de tweedelijn willen terugschroeven van de inleidingtermijn van 42 naar 41 weken, spelen in Denemarken ook. Maar er zijn ook opvallende verschillen. In Denemarken vinden bijna alle bevallingen plaats in het ziekenhuis. En zijn het altijd de verloskundigen die de bevalling begeleiden. Assistenten in opleiding tot gynaecoloog lopen mee met de verloskundige. Verloskundigen voeren alle taken uit, dus ook verpleegkundige taken. Meestal in er één 'hoofdverloskundige' waarmee wordt overlegd over het beleid, naast de gynaecoloog.

Ook binnen de taken van de verenigingen bestaan verschillen. Richtlijnontwikkeling wordt bijvoorbeeld niet zelfstandig uitgevoerd door de beroepsorganisatie voor verloskundigen in Denemarken. Daarnaast bespraken we een groot verschil op juridisch vlak, in het uitvoeren van een abortus. Dit mag in Denemarken maar tot 12 weken. Wil je daarna een abortus uitvoeren? Dan moet deze zorg juridisch worden aangevochten.

Tijdens de lunch had Maaike nog een interessant gesprek met de studenten met wie ze aan tafel zat. "Meerdere studenten gaven aan nog nooit gezien te hebben dat er een episiotomie gezet wordt (ook niet bij een kunstverlossing) en dat terwijl al hun stages in het ziekenhuis plaatsvinden. Onze percentages liggen een stuk hoger en ik vond dat een mooi voorbeeld van hoe we kennis met elkaar kunnen uitwisselen."