Nieuwsbericht

22 februari 2019

Op woensdag 13 februari 2019 vond het Algemeen Overleg (AO) Medisch specialistische zorg/Ziekenhuiszorg plaats in de Tweede Kamer. De situatie rond acute (geboorte)zorg, o.a. in de regio Flevoland, is uitgebreid besproken. De Kamerleden, die voorafgaand aan het overleg een brief van de KNOV ontvingen, hebben hun zorgen over de situatie geuit.

Vraagtekens bij het huidig ziekenhuiszorgsysteem

Kamerleden vragen zich af of cliënten in het huidige systeem -door de sluiting van ziekenhuizen en SEH’s/acute verloskunde- nog wel de zorg krijgen die zij nodig hebben. Groen Links bijvoorbeeld geeft aan dat het stelsel niet langer toekomstbestendig is en vraagt naar de lange termijn visie van de minister om de ziekenhuiszorg toegankelijk te houden en het personeelsprobleem op te lossen.

Daarnaast hebben Kamerleden hun zorgen geuit over de aanrijtijden, waarvoor de 45-minutennorm geldt. Die aanrijtijden zijn voor zwangere vrouwen en verloskundigen op een aantal plaatsen in de regio Flevoland toegenomen en staan dus onder druk. De SP heeft aangegeven dat zij een motie in gaat dienen om de minister te vragen acute zorg in Lelystad nu in te richten.

Regiobeelden

De minister reageert met de mededeling dat er regiobeelden moeten worden opgesteld.
Kamerleden onderschrijven dit. Dat betekent bijvoorbeeld dat ziekenhuizen verplicht worden om alle partijen in hun omgeving te betrekken bij het maken van plannen rond een sluiting. Die liggen er voor Den Haag en Drenthe/Zuidoost-Groningen maar daarbij gaat het om voorgenomen besluiten; ze zijn nog niet definitief. Het gesprek met o.a. de verloskundigen moet nog plaatsvinden.

Hoe nu verder?

De minister heeft toegezegd voor de zomer te komen met een toekomstvisie op de curatieve zorg. Daarnaast gaat er gekeken worden naar de 45-minutennorm, door middel van het evalueren van de inzet van extra ambulances. Deze evaluatie moet half maart beschikbaar zijn. De minister heeft verder aangegeven dat het niet mogelijk is om op korte termijn acute zorg en verloskunde in Lelystad te realiseren. Hij erkent dat de huidige situatie niet optimaal is en geeft aan dat zorgverleners ‘in de lead’ zijn als het gaat om oplossingen.