Nieuwsbericht

15 maart 2022

Het gaat om twee nieuwe uitspraken uit december 2021. Beide uitspraken vind je terug op de website van de Geschilleninstantie Verloskunde onder Beslissing 20211 en Beslissing 20215. 

Uitspraak 1 (20211)

Het geschil heeft betrekking op de verloskundige zorg, meer specifiek op het verloskundig handelen en de communicatie, ten tijde van de bevalling en er werd verzocht om een schadevergoeding. Een deel van de klachtonderdelen is gegrond verklaard, te weten dat:

  • verloskundige onvoldoende voorbereid was en door gebrekkige kennis van het dossier van de klaagster verkeerde beslissingen heeft genomen,
  • verloskundige de klaagster langdurig heeft laten persen tijdens de uitdrijvingsfase,
  • verloskundige de klaagster in een gevaarlijke positie heeft gebracht door haar zonder begeleiding van de trap af te laten lopen terwijl de baby eruit zou kunnen vallen,
  • verloskundige heeft onvoldoende gecommuniceerd, symptomen en aanwijzingen heeft genegeerd en niet naar klaagster heeft geluisterd en
  • verloskundige heeft de klacht van klaagster onpersoonlijk willen oplossen door haar naar de aansprakelijkheidsverzekeraar door te sturen; de maatschap stond niet open voor overleg.

De schadevergoeding is vastgesteld op € 4.340,90.

Uitspraak 2 (20215)

Het geschil heeft betrekking op de verloskundige begeleiding voor, tijdens en na de bevalling en er werd verzocht om een schadevergoeding. Alleen het klachtonderdeel inhoudende dat zonder overleg en toestemming een oxytocine-injectie na de bevalling is toegediend, is gegrond verklaard. Er is geen schadevergoeding toegekend, enkel het betalen van het griffiegeld aan de klaagster.