Nieuwsbericht

17 december 2020

Een bekostiging waar de kwaliteit leidend is. Waarbij wordt ingezet op continuïteit van zorg en de juiste zorg op de juiste plek. Zodat de zwangere niet onnodig wordt gemedicaliseerd. Waar de verloskundige de regie neemt om de beste zorg voor de cliënt te geven. Zo veel mogelijk dichtbij, rondom de zwangere en met een voor haar herkenbaar team.

Integrale bekostiging niet het juiste antwoord

De door de NZa voorgestelde integrale bekostiging biedt hiervoor geen oplossingen. Dat zien we ook terug in de knelpunten die de NZa en RIVM signaleren. Het standpunt van de KNOV was daarom helder. De KNOV steunt de invoering van de integrale bekostiging en afschaffing van de monodisciplinaire bekostiging niet. Dat hebben we in de media gezegd, ingebracht tijdens het bestuurlijk overleg bij het ministerie van VWS en aan verschillende Kamerleden uitgelegd. We staan hierin niet alleen. We werken samen met de kraamzorg (BO geboortezorg) en de patiënten (Patiëntenfederatie).

Op weg naar een toekomstbestendige bekostiging

De KNOV ziet dat er steeds meer wordt gevraagd van de verloskundigen. Samenwerking met gynaecologen rondom de partus is slechts een klein onderdeel van de hele verloskundige zorg. Het is goed mogelijk dat daarvoor al samenwerking heeft plaatsgevonden met een GGD, gemeente, huisarts, ggz, etc. Het laatste rapport van het RIVM bevestigt deze ontwikkeling. Daarin constateert het RIVM dat er in Nederland met name gekeken moet worden naar vrouwen met obesitas of naar vrouwen met psychische klachten. Dit vraagt om preventie en samenwerking met sociale partners. De regie ligt hierbij bij de verloskundige. Een nieuwe bekostiging moet de verloskundige juist hierop ondersteunen. De huidige bekostiging, zowel integraal als monodisciplinair, biedt geen handvatten voor deze punten van het RIVM.

Een toekomstbestendige bekostiging houdt hier rekening mee. Zet in op verbetering van kwaliteit, biedt ruimte voor juiste zorg op de juiste plek en zet in op preventie. Geeft concreet handvatten om oplossingen te bieden voor de aanbevelingen van het RIVM rapport. En ondersteunt de regierol van de verloskundigen die hiervoor nodig is.

Ruimte voor andere experimenten is nodig

Daarvoor is iets anders nodig dan wat er nu is, maar we hoeven niet opnieuw te beginnen. Veel regio’s hebben de afgelopen jaren ideeën geopperd. Vaak vormt substitutie van zorg daar een onderdeel van. Anderen hebben ideeën om bepaalde zorgpaden rondom de zwangere vorm te geven. Weer anderen kijken naar het opzetten van een geboortecentrum.
Dergelijke experimenten en innovatie moeten veel meer ruimte krijgen in de sector. Ruimte om de juiste zorg op de juiste plek vorm te geven. Of juist om pragmatische oplossingen te bieden voor de zwangere vrouw.

Goede organisatie in de regio

Om dit op te pakken, is wel een goede organisatiegraad van verloskundigen in de regio nodig. Experimenteren doe je niet alleen, daar is een bepaalde schaalgrootte voor nodig. De KNOV vindt het belangrijk dat verloskundigen in de regio elkaar weten te vinden en zich beter gaan organiseren. Zodat ze een goede gesprekspartner worden bij het opzetten van nieuwe experimenten en het maken van afspraken rondom kwaliteit. De KNOV zal daarvoor in 2021 een traject opzetten.

Landelijk overleg geboortezorg partijen

De KNOV gaat op uitnodiging van VWS de komende 6 maanden in overleg met de NVOG, BO Geboortezorg en de Patiëntenfederatie. De KNOV maakt gebruik van de ondersteuning van de werkgroep bekostiging en organisatie. Met hen zullen we ook aandacht hebben voor het meenemen van alle leden.