Nieuwsbericht

04 mei 2020

In de brief van het Zorginstituut aan de KNOV over diagnostiek CTG verloskundigen in de eerste lijn erkent het Zorginstituut de professionaliteit van de pilots in de drie pilotregio’s.

Doordat inhoudelijke afspraken op landelijk niveau nog ontbreken voor wat betreft mogelijkheden tot praktijkervaring én de borging van de kwaliteit van kennis en kunde, maakt het indiceren, uitvoeren en interpreteren van het CTG nu nog niet tot het professionele arsenaal van de verloskundige beroepsgroep in de eerste lijn behoort.

Het Zorginstituut heeft aangegeven een ondersteunende rol te spelen bij het formuleren van landelijke afspraken en daar maakt de KNOV graag gebruik van.

Binnen de praktijk van de verloskundige eerstelijnszorg is het prenataal CTG sinds 2015 onderdeel van drie pilots (Nijmegen, Zwolle en Amsterdam). Deze pilots zijn uitgevoerd binnen bestaande bredere samenwerkingsactiviteiten tussen eerste en tweede lijn in genoemde regio’s. Uit projectbeschrijving van de regio’s blijkt volgens het Zorginstituut dat de ‘professioneel juiste wijze’ binnen de pilots goed geregeld is door de bestaande samenwerking; met periodiek overleg en met (specifiek voor het CTG) de beschikbare meekijkfunctie, scholing en casuïstiekbespreking. De KNOV zal haar rol pakken in de totstandkoming van landelijke afspraken, die de professionaliteit van het CTG in de gehele eerste lijn zullen garanderen.

Daarnaast erkent de KNOV de noodzaak dat verloskundigen in de eerste lijn ná de opleiding voldoende praktijkervaring opdoen en onderhouden, dat zij leren van casuïstiek en de verworven kennis en kunde op peil houden. Daarom roept de KNOV zorgverzekeraars op niet alleen de 3 bestaande pilotregio’s onder de Beleidsregel Innovatie te ondersteunen, maar ook nieuwe regio’s hierin te ondersteunen. Vanzelfsprekend gelden voor deze regio’s inhoudelijke voorwaarden. Voor deelname zijn onder meer betrokkenheid van de tweede lijn en samenwerkingsafspraken over de inrichting van de CTG-zorg belangrijk.

Geen regulier tarief

Dat er als gevolg van de uitspraak van het Zorginstituut in 2021 nog geen regulier tarief zal komen voor CTG in de eerste lijn betreurt de KNOV. De KNOV snapt de zienswijze van het Zorginstituut, maar hoopt dat het de regionale innovatie en samenwerking in de keten, bijvoorbeeld in regio’s waar er sprake is van verminderde beschikbaarheid in de tweede lijn, niet zal belemmeren. De KNOV heeft er alle vertrouwen in samen met het Zorginstituut en de NVOG te komen tot professionele afspraken, zodat alle verloskundigen in 2022 met het maken van CTG’s kunnen bijdragen aan de wens van de cliënt voor continuïteit van zorg en zorg dichtbij.