Nieuwsbericht

17 december 2020

Op 1 december kwam de stuurgroep Verloskundige in de klinische setting van KNOV en NVOG samen om de stand van zaken te bespreken rond de erkenning voor de bevoegdheid van verloskundigen in de klinische setting. Daarnaast bespraken we hoe de belangenbehartiging voor de verloskundigen die zijn aangesloten bij KNOV en NVOG bij elkaar te brengen.

Aanwezig waren de leden van de kerngroep PKV van de KNOV (Anna Noordervliet, Bianca Bosman en Mignon Horst), de voorzitter van het bestuur van de werkgroep klinische verloskunde van de NVOG (Marianne Peeters), de voorzitter van de KNOV (Carola Groenen), een afvaardiging van het bestuur van de NVOG (Jolise Martens en Fokko Boekkooi), Charlotte de Schepper en Mirjam Mascini van het KNOV-bureau. Annemarie Smilde van de VvAA sloot als juridisch adviseur aan. Juliet Droog, het oudste lid van de stuurgroep en goed ingevoerd in dit dossier kon niet aanwezig zijn.

We hebben toegelicht hoe de situatie er voorstaat: ruim 12 jaar geleden zijn NVOG en KNOV in opdracht van VWS aan de slag gegaan met het ervoor zorgen dat de bevoegdheden en juridische positie van verloskundigen die werken in een klinische setting vast te leggen en te borgen. Hoewel er in de praktijk in veel ziekenhuizen praktische regelingen en protocollen zijn, waardoor verloskundigen hun werk kunnen doen, is de formele bevoegdheid nog steeds niet geregeld. Begin 2020 heeft de stuurgroep VWS een voorstel voor een verloskundig specialistenregister gestuurd. Dat is helaas afgewezen. De stuurgroep heeft geconstateerd dat er ontzettend veel bereikt is, maar dat de erkenning nog steeds niet geregeld is, terwijl dat wel nodig is. Zowel NVOG als KNOV blijven zich in de stuurgroep hiervoor inzetten.

Annemarie Smilde heeft een juridische toelichting gegeven. Zij heeft uitgelegd waarom het volgens de Wet BIG en alle daarbij behorende regelingen, verloskundigen in de klinische setting nu juridisch niet bevoegd zijn om zelfstandig verloskundige handelingen uit te voeren. Protocollen zijn bijvoorbeeld niet voldoende, maar ook een BIG-registratie als Physician an Assistant is dat niet. Een opdracht van een arts (kan ook mondeling) is altijd nodig. Dit heeft te maken met het deskundigheidsgebied dat voor de verloskundige beperkt is tot de eerstelijn. Omdat VWS eerder heeft aangegeven dat een BIG-registratie als PA Klinische Verloskunde wel afdoende zou zijn, hebben we afgesproken VWS te vragen een toelichting te geven op hun standpunt hierover. De Stuurgroep gaat er ook bij VWS op aandringen om de juridische erkenning voor de zelfstandige bevoegdheid wel te regelen. Uniforme kwaliteitseisen en bijbehorende scholing zijn ook belangrijk; daar zullen NVOG en KNOV zich ook voor inspannen.

Vervolgens is ook afgesproken de samenwerking tussen NVOG en KNOV als het gaat om belangenbehartiging voor verloskundigen in de klinische setting te intensiveren. Met steeds de goede zorg voor de cliënt centraal. De besturen van beide verenigingen hebben afgesproken hier samen in op te trekken; één krachtig geluid naar derden werkt vaak beter. Dat zou op alle niveaus het beste zijn: het bestuur, het bureau en met de leden.  De besturen denken dat als je samenwerkt tot meer komt. Marianne Peeters en Anna Noordervliet hebben aangegeven dat er in het verleden al samen is gewerkt en dat zij samen zullen kijken hoe ze de banden aanhalen tussen werkgroep van de NVOG en PKV van de KNOV. De eerste stap is om inhoudelijk te kijken naar zaken die in beide groepen spelen. Onderwerpen zijn bijvoorbeeld de capaciteit op de verloskamers voor eerstelijns verloskunde, maar ook wordt gedacht aan nascholing en symposia.

Alle aanwezigen kijken terug op een goed overleg. Het is voor iedereen duidelijk dat er hard gewerkt is aan de juridische erkenning/bevoegdheid van de verloskundige in de klinische setting en dat VWS hier nu aan zet is. Ook is er een goede basis gelegd voor verdergaande samenwerking.