Nieuwsbericht

11 september 2020

Zorgvisie plaatste 10 september jl. een interview met directeur Charlotte de Schepper over integrale bekostiging van de geboortezorg. ‘Het NZa-advies voor integrale bekostiging van de geboortezorg ontbeert een feitelijke onderbouwing’. Dat vindt directeur Charlotte de Schepper-Kerckhaert van de KNOV, de beroepsvereniging van verloskundigen: ‘Het advies komt veel te vroeg.’

‘De experimenten met integrale bekostiging zijn nog niet afgerond’, zegt De Schepper-Kerckhaert. Zij geeft aan dat er ook naar andere financiële prikkels gekeken dient te worden die kunnen bijdragen aan kwalitatieve goede geboortezorg.
De afgelopen jaren is de kwaliteit van de geboortezorg in Nederland vooruit gegaan en de samenwerking tussen de zorgprofessionals zoals beschreven in de zorgstandaard integrale geboortezorg heeft hier zeker aan bijgedragen, zegt de KNOV-directeur: ‘We zetten ons in om dit nog verder te verbeteren. Onze ambitie is om bij te dragen aan de beste geboortezorg van de wereld.’

Zorg verbeteren

De zorgautoriteit adviseerde afgelopen woensdag de geboortezorg per 2028 integraal te gaan bekostigen. Dat zou een betere samenwerking mogelijk maken en de kwaliteit van de zorg voor moeder en kind rond de geboorte verbeteren. Er is een zorgstandaard integrale geboortezorg, maar volgens de NZa maakt integrale bekostiging samenwerking tussen partijen makkelijker. Daarvan is de KNOV niet overtuigd. De Schipper: ‘Er lopen nu ongeveer acht experimenten. Die zijn nog niet afgerond. Onze leden die hierbij betrokken zijn geven aan dat ze midden in ontwikkelfases zitten, waarin juist het integraal bekostigen de meeste hoofdbrekens geeft. We vinden dat er nog geen conclusies uit kunnen worden getrokken. Als je de RIVM-monitor leest – die de experimenten volgt – dan geeft dat een bevestiging van dat beeld. We hebben duidelijke resultaten nodig. Bovendien vinden we acht pilots te mager om een goede conclusie te trekken.’

De Schepper denkt dat andere betrokken partijen het hiermee eens zijn, zoals de organisaties voor de kraamzorg en Patiëntenfederatie: ‘De gedachte dat er beter onderzoek moet worden gedaan, leeft breed. Dat betekent niet alleen de experimenten afwachten en méér experimenten, maar ook kijken of er andere manieren zijn om de kwaliteit van de zorg te verbeteren.’

Gefundeerd besluit

Ze verwacht dat er pas na afronding van de experimenten, de evaluatie en bestudering van andere manieren van passende bekostiging een besluit kan worden genomen over het beste bekostigingsmodel – een model waarbij ook de kwaliteit centraal staat.

‘We zijn er nog niet zeker van dat dat gebeurt’, zegt De Schepper. Ze heeft de NZa gevraagd meer aandacht te geven aan kwaliteit. De KNOV wil er graag aan meewerken: ‘Het primaire doel is toch de zorgkwaliteit te verhogen. Nu lezen we in het NZa advies dat de kwaliteit niet mag verslechteren. Dat kan uiteraard niet het doel van deze verandering zijn.’

Eerste resultaat

In het advies erkent de NZa dat de eerste data-analyses van het RIVM ‘nog geen duidelijke kwaliteitsverbetering laten zien’. Wel stijgen de uitgaven voor geboortezorg iets minder hard. De NZa heeft besloten toch positief te adviseren aan minister Van Ark (VWS). Het wil alvast ‘een punt aan de horizon zetten’. De Schepper: ‘Maar zo’n nieuwe systematiek van integrale bekostiging haalt nogal wat overhoop! Als de kwaliteitswinst niet duidelijk is, kun je niet tegen zwangere vrouwen en hun verloskundigen zeggen: ‘We hopen dat het goed komt’. Dat is me een brug te ver.’

Lees het artikel 'Verloskundigen verwijzen NZa-advies naar prullenbak' op Zorgvisie.