Nieuwsbericht

15 november 2022

De Tweede Kamer commissie voor Volksgezondheid heeft op 9 november met minister Ernst Kuipers gedebatteerd over de acute zorg in Nederland. Hierbij is veel gesproken over de kwaliteit en toegankelijkheid van de acute zorg.  

Begin oktober deelde Kuipers zijn Beleidsagenda toekomstbestendige acute zorg. Volgens de minister staat de acute zorg onder druk als gevolg van een toenemende vraag naar spoedzorg en schaarste aan zorgmedewerkers. Hij acht verandering noodzakelijk om ervoor te kunnen zorgen dat iedereen die dat nodig heeft op de juiste plek tijdig goede acute zorg kan ontvangen. 

Verloskunde regelmatig benoemd

Diverse politieke partijen zien de samenhang tussen acute zorg, acute verloskunde en de geboortezorg in bredere zin. De KNOV heeft voor het debat input gegeven aan Kamerleden. De politieke partij JA21 benadrukt het behoud van acute verloskunde in de regio. Kamerlid Nicki Pouw-Verweij (JA21): “Dichtbij mensen is hoogcomplexe zorg nodig.” Zij vraagt aan de minister of de verloskundige keten behouden blijft. Corinne Ellemeet (GroenLinks) benadrukt het belang van een sterke eerstelijn om spoedzorg te voorkomen, en het belang van zicht op de beschikbare capaciteit in een regio. De PvdA maakt een punt van het mogelijk verdwijnen van de 45-minutennorm voor spoedzorg en onderstreept hoe belangrijk het is dat onder meer verloskundige zorg in nabijheid van mensen blijft. Een botsing ontstond tussen coalitiepartijen CDA, die de regionale ziekenhuizen met een SEH wil behouden, en D66 die kritisch is op het openhouden van kwetsbare ziekenhuizen met SEH’s alleen om aan de huidige norm te voldoen. 

Reactie minister

In het najaar van 2023 wil Kuipers , in samenwerking met betrokken partijen en patiëntenorganisaties, met een nieuwe norm komen voor de beschikbaarheid van de spoedeisende hulp. Hierbij komen de gevolgen van een nieuwe norm voor SEH’s en de financiering van ook de beschikbaarheidsbijdragen voor acute zorg en acute verloskunde in beeld. De minister stapt niet van de huidige 45-minutennorm af voordat er iets beters is. En hij is ervan overtuigd dat er iets beters kan komen. Opvallend is dat hij af wil van competitie en toe wil werken naar samenwerking. Daarbij noemt hij expliciet de geboortezorg. Hij ziet twee oplossingsrichtingen: 1) Regionale zorgcoördinatie, en 2) Inzet van transformatiegelden voor verbetering in regio’s. De minister erkent dat de acute verloskunde tijd kritisch is en hij vindt het belangrijk dat Zorginstituut Nederland dit nadrukkelijk meeweegt bij wijzigingen.